Ik wil jullie iets vertellen – Karen Glistrup

Helpen met kinderen te gaan praten over de psychische problemen van ouders om het gedrag van de betreffende ouder te begrijpen, dat is de missie die de Deense schrijfster dreef dit boek te schrijven. Bestemd voor drie doelgroepen: jonge kinderen, basisschoolleeftijden en volwassenen (ouders, hulpverleners, leerkrachten).

De inhoud en de vorm ervan zijn zo doeltreffend bevonden, dat het nu ook in Nederland is uitgegeven. Overigens met medewerking van Naasten Centraal.

Geadviseerd wordt het boek voor de grijp van een nieuwsgierig kind of volwassene neer te leggen. Wat een mooie aanleiding kan betekenen erop in te gaan.

Het onderscheid tussen de doelgroepen heeft een heldere lay-out opgeleverd. De teksten zijn over het algemeen goed en begrijpelijk geschreven. Die voor volwassenen vind ik merendeels tevens geschikt voor jongeren, waarmee die doelgroep er eigenlijk ook mee gediend is.

Het boek gaat over kinderen die dagelijks leven in een gezin waar depressie, angststoornis, stress of trauma heerst, maar een aantal onderwerpen is toepasbaar ongeacht welke diagnose er is gesteld. Zoals een schuldig gevoel van een kind.
Als je als lezer zelf zo’n ouder met psychische problemen bent en het moeilijk vindt erover te praten, kan dit boek een uitstekende steun betekenen. Want het is uiterst belangrijk de kinderen op de hoogte te brengen van wat er gaande is om als kind en gezin op een goede manier verder te leven.

Naast alle positieve dingen heb ik toch wel wat opmerkingen.
Over kleine dingen, zoals de keuze in de teksten voor jonge kinderen het woord ‘extreem’ of het gezegde ‘in hetzelfde schuitje’ te gebruiken. Of ‘defibrillator’ bij de basisschoolleeftijd. Alles is natuurlijk uit te leggen, maar het gaat toch om de inhoud.
Maar vooral over grotere onderwerpen en adviezen die ik mis.
Veel KOPP/KOV-kinderen zorgen bv gevraagd of ongevraagd voor betreffende ouder(s) of gezinsgenoten. Volwassenen zouden alert moeten zijn signalen over deze zich verantwoordelijk voelende kinderen op te pikken. Het belang van eigen grenzen leren en die bewaken.
De taboesfeer die nog op veel scholen een kind of jongere weerhoudt over psychische problematiek te praten, zou ook een expliciete plek in het boek verdienen.

Voor mijn gevoel blijft het in vooral de teksten voor de basisschoolleeftijd teveel bij constateringen. Zoals onderaan in de pagina over Stress genoemd wordt dat er depressie en angstaanvallen kunnen ontstaan. Met een suggestie er meer over op te zoeken. Als een kind dat overkomt, werkt dat niet. Een concrete verwijzing met volledige URL zou niet overbodig zijn. Een verwijzing in een volwassen tekst naar koppkvo.nl. zou m.i. ook in de tekst voor de bassischoolleeftijd moeten staan.

Al met al vind ik dit zeker een aan te bevelen boek, hoe meer er over dit onderwerp gesproken wordt hoe beter. Maar wat de informatie op gang zou kunnen brengen bij kinderen, is m.i. een ‘ondergeschoven kind’. Omdat het een vertaling is, zullen er mogelijk maar beperkte mogelijkheden zijn om bv een aanvulling met goede verwijsadressen en internettoepassingen in een inlegvel te publiceren, maar het is het proberen waard.

Ingrid Kluit, KOPPer